Ondernemer Sam van Doorn doet donderdag aangifte bij het Openbaar Ministerie tegen personen in de top van ING wegens witwassen. De aangifte is in handen van ZEMBLA en richt zich tegen bankmanagers van ING, zoals de Chief Compliance Officer en de Chief Risk Officer. Volgens de aangifte wisten deze managers dat ING-klanten via de bank crimineel geld konden witwassen, maar grepen ze niet in.
Juist over deze strafbare feiten heeft ING vorig jaar een schikking van bijna 800 miljoen euro met het OM getroffen om strafvervolging te ontlopen. Bankiers zijn toen niet vervolgd, omdat volgens het OM tegen hen geen bewijs is gevonden. Volgens Van Doorn en zijn advocaat heeft het Openbaar Ministerie bij de beoordeling of de bankiers wel of niet vervolgd kunnen worden, de verkeerde maatstaf toegepast.
Lees meer over de uitzending 'De witwasbankiers van ING'
Strafbare feiten
De advocaat van Van Doorn is Robert Hein Broekhuijsen, voormalig fraudeofficier van het Openbaar Ministerie. Volgens Broekhuijsen zijn er ernstige vermoedens van strafbare feiten. "Het OM moet uitzoeken of die vermoedens kloppen en door welke personen de strafbare feiten begaan zijn. Ik kan alleen maar feiten en omstandigheden aangeven, die mogelijk leiden tot een strafrechtelijk onderzoek door het OM."
Hoewel de aangifte zich richt op functies binnen de bank, worden drie topbankiers bij name genoemd. Zij dienen als voorbeeld, omdat ze volgens Van Doorn en zijn advocaat wisten dat de bank niet aan haar wettelijke verplichtingen voldeed om witwassen tegen te gaan. Met die kennis hebben ze niets gedaan, zo staat in de aangifte. Het gaat om voormalig bestuursvoorzitter Jan Hommen, de onlangs opgestapte Chief Financial Officer Koos Timmermans en bankdirecteur Diederik Baron van Wassenaer.
Witwaspraktijken
Van Doorn heeft vooral bankdirecteur Van Wassenaer regelmatig gewaarschuwd voor witwaspraktijken via de zogenaamde trustdesk van ING. Deze speciale afdeling beheerde het betalingsverkeer van verschillende trustkantoren, waaronder het kantoor van Van Doorn. Nadat hij een conflict kreeg met zijn zakenpartner, kwam Van Doorn erachter dat zijn zakenpartner het trustkantoor gebruikte voor grootschalige witwaspraktijken die via ING-rekeningen liepen.
Informatie van Van Doorn hierover leidde tot een grootschalig fraudeonderzoek en veroordelingen wegens valsheid in geschrifte en witwassen. De zakenpartner van Van Doorn werd eind vorig jaar veroordeeld tot drie jaar cel. Maar ING werd voor diezelfde vergrijpen niet vervolgd. Volgens het OM was dat niet nodig, omdat er al vier andere dossiers van ING werden onderzocht.
Niet op de hoogte
Van Doorn vocht deze beslissing tevergeefs aan in een artikel 12-procedure, waarmee je bij het gerechtshof alsnog vervolging kan afdwingen.
ING laat aan ZEMBLA weten dat Sam van Doorn nooit bewijzen heeft geleverd voor zijn beschuldigingen aan het adres van de bank. Van Wassenaer was volgens ING niet van witwassen op de hoogte.
'Niet de juiste maatstaf'
Het OM stelt dat ING-bankiers niet vervolgd kunnen worden, omdat ze niet bewust hebben meegewerkt aan het faciliteren van witwassen. Broekhuijsen bestrijdt dat. Volgens hem legt Justitie in deze zaak de verkeerde maatstaven aan, en houdt ze zich niet aan belangrijke jurisprudentie van de Hoge Raad. Hij krijgt daarin bijval van onder meer Aldo Verbruggen, eveneens voormalig fraudeofficier van het OM. Verbruggen in ZEMBLA: "Dat lijkt me niet de juiste maatstaf. Als dat de maatstaf zou zijn, zou men in de boardroom opgelucht adem kunnen halen."
Omdat meerdere partijen een artikel 12-procedure hebben aangespannen om alsnog strafvervolging van ING af te dwingen, zegt het OM geen antwoord te kunnen geven op de vraag waarom geen strafrechtelijke vervolging is ingesteld tegen ING in de zaak van Van Doorn.
Openbaar Ministerie: "We zullen beoordelen of de aangifte, na het onderzoek Houston, nog nieuwe feiten of inzichten biedt die een eventueel strafrechtelijk onderzoek zouden kunnen rechtvaardigen."
Reactie ING:
“Zoals bekend heeft de heer Van Doorn een zakelijk geschil waarin hij ING probeert te betrekken. Hij heeft daarover in de afgelopen jaren vele malen de publiciteit gezocht en tevergeefs diverse juridische procedures gevoerd. Hij of zijn advocaat hebben ons niet ingelicht over de aangifte die ze blijkbaar tegen personen hebben gedaan. Het OM is heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar persoonlijke betrokkenheid en/of strafrechtelijke aansprakelijkheid van individuele ING-medewerkers voor de zaken die nu worden aangekaart. Het OM heeft daaruit geconcludeerd dat er geen basis was om personen te vervolgen.”