Sinds 2012 stijgt ieder jaar het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen. Vorig jaar woonden 230.000 kinderen in een gezin op bijstandsniveau. Een stijging van ongeveer 5000 ten opzichte van het jaar ervoor. Er zijn vooral meer kinderen uit Syrië en Eritrea in bijstandsgezinnen.
Laatst bleek al uit een enquête van het Kennisplatform Integratie & Samenleving dat het gemeenten maar niet lukt om vluchtelingen aan werk te helpen of in het onderwijs te krijgen. Dat blijkt ook uit cijfers die het CBS vrijdag presenteerde. Ruim twee derde van alle kinderen in bijstandsgezinnen had in 2016 een migratieachtergrond.
Vluchtelingen stromen veel te weinig door naar werk en onderwijs
Langer in de bijstand
Ook de duur van de afhankelijkheid van de bijstandsuitkering groeit, heeft het CBS berekend. Het aantal minderjarige kinderen in gezinnen die drie jaar of langer een bijstandsuitkering ontvangen, nam in 2016 toe met 4400 tot ruim 114.000 kinderen. Dat is de helft van alle kinderen in bijstandsgezinnen.
Veel vluchtelingen beginnen vaak met het opbouwen van schulden als ze in Nederland aankomen en zich willen vestigen. Ze moeten hun inburgeringscursus sinds 2013 zelf regelen en betalen. Sinds die regel zijn er tal van taalaanbieders en daar is weinig zicht op. Gemeenten vinden dat ze weer meer regie zouden moeten krijgen op de inburgering.
Eigen inburgeringstraject In Den Haag heeft een wethouder het probleem rigoureus aangepakt. Wethouder Rabin Baldewsingh zet een eigen inburgeringstraject op met verplichte stages en mentoren, omdat hij vindt dat het Nederlands inburgeringsbeleid faalt. In zijn stad leeft ruim 12 procent van alle kinderen in een bijstandsgezin.
De gemeenten Rotterdam, Heerlen, Groningen en Amsterdam hadden eind 2016 de hoogste percentages kinderen in een bijstandsgezin. Zo woonde
17 procent
van alle Rotterdamse kinderen in een gezin dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering.
De fatale overtocht
De ZEMBLA uitzending: '
Fatale overtocht – het vervolg
' stond stil bij de falende inburgering. De vluchteling Hassan en zijn zoon Ahmed zijn nu ruim drie jaar in Nederland en hebben nog steeds geen werk gevonden. In de uitzending zegt professor Godfried Engbersen, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, dat Hassan en Ahmed al direct in het eerste jaar aan werk geholpen hadden moeten worden:
"Van de groep Syrische asielmigranten die tussen 2013 en 2015 is binnen gekomen, is driekwart werkloos. Dat hadden we nou willen voorkomen."