De hooilandjes langs de Reest waren vroeger te nat voor het vee, en dus werden deze hooilandjes gebruikt om hooi van te oogsten. Bij overstromingen werd vruchtbaar slib afgezet en één tot drie keer per jaar werden de landjes gemaaid. Zo ontstonden arme schraalgraslanden met bijzondere flora. Door de intensivering in de landbouw in de jaren 50 en 60 zijn veel hooilandjes verdroogd en verzuurd. Water werd te snel afgevoerd en hierdoor zakte het waterpeil met zo'n 70 cm. Daardoor kwam er steeds minder kwelwater in de naastgelegen hooilandjes terecht. Veel hooilandjes en de daarbij horende flora verdwenen.
Personen in dit fragment: