In ons land komen zo’n 37 soorten krabben voor. Een aantal is exoot en is ooit via ballastwater van schepen hier aankomen waaien. Sommige soorten komen al meer dan 100 jaar hier voor.
De zuiderzeekrab is zo’n exoot die in de 19e eeuw voor het eerst in Nederland werd ontdekt, in de Zuiderzee. Na de bouw van de Afsluitdijk ontstond het IJsselmeer, het brakke water werd zoet en de zuiderzeekrab verdween. Sinds enkele jaren zien we weer een opmars van het oorspronkelijk, uit de omgeving van de Oostkust van Noord-Amerika, afkomstige dier. Janine kijkt met dé Nederlandse krabbenexpert Reindert Nijland hoe de soort het doet in het brakke water van het Noordzeekanaal. Naast de Zuiderzeesoort zien ze ook een aantal andere kleine krabben.
Reindert Nijland ontdekte een aantal jaar geleden een nieuwe krab voor Nederland: de penseelkrab, ook een exoot. Inmiddels is dit een zeer algemene soort in ons land.
Krabben zijn een groep van kreeftachtige dieren; ze behoren tot de orde van de tienpotigen. De wetenschappelijke naam (Brachyura) betekent korte staart: het achterlijf is onder het buikschild geklapt – zie hier het verschil met kreeften, die wel een zichtbare staart hebben. Krabben worden daarom soms ook wel kortstaartkreeften genoemd.
Zuiderzeekrabbetjes zijn vrij onopvallende, kleine krabbetjes die specifiek in brak water voorkomen. Het rugschild is breder dan lang, licht bol met drie tanden aan de zijkant. Op het midden van het rugschild staan drie overdwarse ribbels die in het midden onderbroken zijn. De voorrand tussen de ogen is recht of licht gebogen met in het midden een ondiepe insnijding.