Zelf Geschoten_12_10_2015

Kruisspin maakt ingenieus web
Heb je ooit weleens van dichtbij bekeken hoe een spin zijn web maakt? Het lijkt wellicht wat simpel, maar als je het tafereel wat beter bekijkt, blijkt het tegendeel waar.

Om een web te bouwen, heeft de spin draad nodig. Dit draad wordt ook wel spinsel genoemd en maakt de spin aan met zijn spinklieren. Deze bevinden zich in het achterlijf en monden uit op spinspoeltjes (kleine buisjes) op zes tepels aan het eind van het achterlijf. “In de spinklieren wordt een stroperig eiwit gemaakt, dat de spin actief naar buiten moet trekken. Daarbij stolt het eiwit een beetje - we weten nog steeds niet precies hoe - en ontstaat er een supervezel”, vertelt spindeskundige Peter Koomen.

Met het spinsel gaat de kruisspin aan de slag. De wind trekt het draad uit een spintepel. Die zweeft met een briesje door de lucht, totdat hij ergens aan blijft plakken. De spin trekt de draad strak en loopt naar de overkant en verstevigt hem. Na deze zogenoemde brugkabel maakt de spin een raamwerk, waar het uiteindelijke web in moet komen. De spin maakt nu een hulpspiraal van binnen naar buiten, die ervoor zorgt dat de spaken van het web op de juiste afstand van elkaar worden vastgezet. Daarna maakt de spin van een kleverig draad een mooi kleefspiraal, van buiten naar binnen. Hierbij loopt de spin over de spaken en de hulpspiraal, die stukje bij beetje wordt afgebroken. Wanneer het web weer zijn beste tijd heeft gehad, eet de spin deze gewoon op en begint aan een nieuwe.