In het water beweegt een zeehond zijn lichaam soepel, maar op het land komt het grote lichaam wat onhandig over. De voorouders van zeehonden waren op het land levende zoogdieren. Daar lijkt echter niet veel meer van over en dat levert grappige plaatjes op.
Het lichaam is volledig aangepast op zwemmen in het water. Op land slepen de zeehonden zich voort met behulp van hun voorste flippers. Deze beweging wordt 'bobberen' genoemd. Ze kunnen niet afzetten met de achterste vinnen omdat deze in het verlengde van hun lichaam staan.