"Zeegras is belangrijk voor de toekomst," legt onderzoeker Thijs Poortvliet van Rijkswaterstaat uit. "Er stonden ooit vele honderden hectaren van dit plantje in de Zeeuwse wateren. In zeegras leven veel diersoorten én de plant slaat CO2 op in de bodem. Daarom willen we het graag terug als bodembedekking. Het past in ons streven om het ecosysteem van de wateren weer gezond te krijgen."
Na de aanleg van de Deltawerken veranderde het ecosysteem op bepaalde plekken drastisch. Het Grevelingenmeer werd brakker, omdat er geen zout water uit de Noordzee meer binnenstroomde. Daardoor verdween steeds meer zeegras, terwijl waterplanten die goed tegen zoet water konden, bleven groeien.
Zeegras van Grevelingenmeer
Toen later een doorlaat werd gemaakt in de Brouwersdam, kwam er in korte tijd weer veel zout water bij het brakke water. Het gevolg was een verdubbeling van het zoutgehalte van het Grevelingenmeer. Het zeegras, dat zich net had aangepast aan het brakke water, verdween helemaal. Vanaf dat moment was er nauwelijks meer zeegras te vinden in de Grevelingen. Rijkswaterstaat onderzoekt, in samenwerking met de Radboud Universiteit en The Fieldwork Company, of ze het gras kunnen terugbrengen naar de Zeeuwse wateren. Hoogleraar Leon Lamers onderzoekt onder welke omstandigheden de plant het beste groeit. De proef is geslaagd. Door zaadjes met behulp van een soort kitspuit in de bodem te injecteren, kunnen ze goed kiemen.
In het voorjaar worden weer nieuwe zaadjes geplant. Poortvliet is ervan overtuigd dat het goed is voor de waterkwaliteit als er weer zeegras gaat groeien. "Als het project slaagt, kunnen we het Grevelingenmeer en het Veerse Meer een enorme oppepper geven."