Er zijn in twee beken in Drenthe duizenden jonge zeeforellen uitgezet. Het is een eerste stap om ervoor te zorgen dat deze iconische trekvissoort in de toekomst weer vrij kan zwemmen tussen de Drentse beken en de Waddenzee. De Waddenvereniging zet zich samen met een groot aantal andere organisaties in om de komende jaren de waterkwaliteit en passeerbaarheid voor vissen door sluizen en gemalen te verbeteren. Wanneer de zeeforel terugkeert, zullen ook andere trekvissoorten die voor hun levenscyclus zowel zoet als zout water nodig hebben, daarvan profiteren.
Beekonderhoud
Naast het uitzetten van de eerste jonge zeeforellen, werd met vrijwilligers ook gewerkt aan het herstellen van kleinschalige paaibedden en het onderhoud aan natuurlijke vispassages. Als de omstandigheden voor de zeeforellen goed zijn, kunnen de jonge zeeforellen na een jaar of twee afzakken naar het Lauwersmeer en uiteindelijk de Waddenzee op zwemmen. Na enkele jaren keren de nu 50 tot 70 centimeter grote vissen terug naar de beken waar ze zijn uitgezet. Uiteindelijk kunnen zeeforellen wel een indrukwekkende anderhalve meter groot worden.
Samenwerking met vissers
De Waddenvereniging heeft voor dit project de handen ineen geslagen met de sportviseconomie. Op het Deense eiland Funen bleek dit zeer goed te werken. Het vissen op de zeeforel in Denemarken gaat prima samen met herstel van de populatie. Stapsgewijs wordt hier het uitzetten van de forellen zelfs helemaal afgebouwd en is er sprake van een gezonde en geheel wilde populatie.
Vroege Vogels was aanwezig bij het uitzetten van de eerste zeeforellen in Drenthe met Wouter van der Heij van de Waddenvereniging.