Ze zijn er weer: de kolganzen
• 08-10-2015
• leestijd 1 minuten
Het seizoen van de kolgans is weer aangebroken. Met duizenden strijken ze deze weken neer in de waterrijke gebieden van Nederland. Op het hoogtepunt verblijven er zo’n 850.000 in onze polders en plassen. In de Ooijpolder bij Nijmegen zijn er al zevenduizend neergestreken voor hun winterverblijf hier. Na een reis van enkele weken uit de toendragebieden van Rusland doen ze hier zich tegoed aan het gras in de weilanden.
En al gaat het nog steeds om enorme aantallen die hier verblijven, toch is er sprake van een afname de laatste jaren. Het hoogtepunt lag in 2001 toen er nog 900.000 kolganzen in ons land overwinterden. Maar het broedsucces op de zomerse toendra neemt geleidelijk af. Volgens de onderzoekers van Sovon Vogelonderzoek Nederland ligt de oorzaak in de aanwezigheid van poolvossen, die zich volvreten met eieren en jonge kuikens bij gebrek aan andere prooien zoals lemmingen.
Een ander fenomeen dat zich geleidelijk sinds de jaren tachtig heeft voltrokken, is dat ze steeds vroeger aankomen in Nederland. Was dat eerst nog november, nu komen de eersten al eind september met de eerste stevige noordoostenwind aan. De onderzoekers hebben vastgesteld dat de vogels tegenwoordig rechtstreeks naar Nederland vliegen en ze onderweg geen tussenstops meer maken. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de verbossing van bepaalde gebieden in de Baltische staten en Noordwest-Rusland.