De zaagbek heeft een zwartgroene kop, witgele borst en natuurlijk een typerende snavel waar hij zijn naam aan te danken heeft. De grote zaagbek is een visetende eend, die met name in de winter in Nederland zit. Je vindt hem op de grotere binnenwateren en bij riviermondingen. De mannetjes worden ook wel 'boterbuik' genoemd, je ziet wel waarom.
Vreemde eend
Zaagbekken zijn 'vreemde eenden in de bijt': eendachtigen maar dan met een smalle gekromde snavel en een gezaagde binnenkant. Juist die snavel is een handig hulpmiddel bij het eten van glibberige vis. Met de praktische kartelrand krijgt hij meer grip op de gevangen vis. Hij broedt o.a. in Scandinavië, op een plek die je misschien niet zou verwachten. Als de zaagbek broedt is het geen vreemde eend in de bijt, maar in de boomholte.
Tanden
Vogels hebben natuurlijk geen tanden, al hadden ze dat ooit wel, maar alle vogels met tanden zijn uitgestorven. Hedendaagse vogels kunnen niet kauwen. Ze hebben een spiermaag - de vogel slikt dan af en toe steentjes in en door het samentrekken van die spiermaag kan ie alsnog zijn voedsel malen.