© fotograaf: Elias den Otter
In de coronatijd gingen opvallend veel Nederlanders de natuur in. Ook raakten steeds meer mensen ‘in de ban’ van het vogelen. Veel vogelwerkgroepen zagen hun ledenaantallen stijgen. Wat betekent deze nieuwe interesse in de natuur voor de manier waarop we met die natuur omgaan? Riyan van den Born is directeur van het Centrum voor mens-natuur-relaties aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij doet onderzoek naar de vraag in hoeverre het kijken naar vogels en het delen van data (burgerwetenschap) leidt tot een betere zorg voor de natuur.
Van den Born presenteerde de resultaten van haar onderzoek vrijdag op een congres in Brussel. Het onderzoek vond plaats in zes Europese landen, Estland, Noorwegen, Roemenië, Spanje, Zweden en Nederland. Volgens de onderzoeker omvat zorgdragen voor de planeet meer dan recyclen en het licht uit doen. Ook het tellen en het ringen van vogels kan ertoe leiden dat mensen zich meer bewust worden over hun relatie tot de aarde en de natuur. Kort door de bocht: het kijken naar vogels kan mensen veranderen in natuurbeschermers.
© GertPaassen
Uit het onderzoek blijkt dat het kijken naar en het leren over vogels voor veel mensen ertoe leidt dat ze het belang en de schoonheid van de natuur gaan zien en tot actie overgaan. En iedereen doet dat op zijn of haar eigen manier. Sommige mensen worden vogelvrijwilliger, andere mensen gaan als een malle vogels voeren, terwijl er ook mensen zijn die meer indirect bijdragen aan natuurbescherming. Volgens Van den Born leidt het leren over vogels (en überhaupt leren over natuur) vaak tot ‘een wereld die opengaat’, wat uiteindelijk kan leiden tot meer liefde voor de natuur. Uit het onderzoek blijkt dat verrekijkers en telescopen een essentiële rol spelen bij het 'openen van deze wereld’.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.