Amerikaanse onderzoekers presenteerden dinsdag 21 februari een nieuwe studie met schokkende cijfers: Stropers hebben tussen 2004 en 2014 tachtig procent van alle bosolifanten in Gabon gedood. In tien jaar tijd zijn er door illegale jacht ongeveer 25.000 olifanten omgekomen in Minkebe Nationaal Park, één van de weinige plekken in Afrika waar nog bosolifanten leven.
De publicatie bevestigt helaas opnieuw de bijzonder dramatische situatie van bosolifanten in het Congo bekken. De druk is vooral enorm op de laatste olifantenpopulaties in Gabon, de Republiek Congo en Kameroen. Ook de laatste veilige havens zoals Minkebe Nationaal Park in het noorden van Gabon blijken niet veilig te zijn voor de grootschalige ivoormaffia. In het noorden van Gabon wordt ivoor op de zwarte markt verhandeld voor 200 euro per kilo; een vertienvoudiging in tien jaar tijd.
Wildlife crime
Wereld Natuurfonds heeft in Gabon wildlife crime expert Pauwel de Wachter werken en hij geeft aan dat dat het is niet zo dat er niets gebeurt. “Op de dag dat deze studie in het nieuws kwam werd ook bekend dat met hulp van WWF in Congo weer twee verdachten van ivoorstroperij zijn opgepakt. Zij zouden in Minkebe olifanten hebben gestroopt. Ook was gisteren op initiatief van het ministerie van Bossen in de Republiek Congo een bijeenkomst met NGO’s zoals WNF over het nationaal ivooractieplan. De CITES-lidstaten hebben een aantal landen opgelegd om zo snel mogelijk een nationaal ivoor-actieplan (NIAP) in te voeren. Dit houdt in dat ze gaten in hun wetgeving en handhaving moeten aanpakken want anders volgen er sancties”, aldus Pauwel de Wachter.
Patrouilles en rangers
De wildlife crime expert heeft de ervaring dat het stropen van olifanten verminderd kan worden door allereerst het aantal antistroperijpatrouilles en inzet van rangers verder op te voeren. Te veel nationale parken, en dat geldt helaas ook voor een enorm park als Minkebe, hebben structureel te weinig geld om de stroperijcrisis echt het hoofd te kunnen bieden. Veel parken zijn enorm in omvang en helaas een hotspot voor stroperij. Er is snel heel veel geld nodig om de olifanten te redden. De Europese Unie, de Verenigde Staten en Duitsland doen al heel wat. Het zou mooi zijn als de overheden van Nederland, België en de Scandinavische landen ook direct zouden investeren in het voortbestaan van de bosolifant.
Straffen
Een land als Gabon is absoluut gecommitteerd om stroperij te stoppen, maar de straffen zijn nog steeds veel te laag. Er moet beter worden samengewerkt met buurlanden en met de rechterlijke macht. Pauwel de Wachter geeft als voorbeeld de Republiek Congo. Daar zijn met hulp van WNF twintig ivoorstropers (inclusief acht handelaren) veroordeeld tot een gemiddelde celstraf van ruim vier jaar. Maar in Gabon zijn de wetten nog altijd te zwak en het nationaal parkagentschap van Gabon is onderbemand en kan het uitgestrekte gebied onvoldoende beveiligen.
Door de korte straffen ziet WNF veel recidivisten op het gebied van wildlife crime. Het is makkelijk verdienen en de straffen zijn laag. Ook zou naar z’n idee meer moeten worden geïnvesteerd in speciale wildlife crime opsporingsdiensten, die vooral de grote stropers en de handelaars oppakken.
Tuinman van de jungle
Daarnaast is het belangrijk dat de sociale omstandigheden voor lokale gemeenschappen zoals de Baka verbeteren dan zul je zien dat ook de stroperij afneemt. Daarnaast is het heel belangrijk om op scholen en via de media bewustwording te creëren dat de olifant Afrikaanse erfgoed is. Een hele kluif maar WNF blijft er keihard met de overheden en collega-organisaties aan werken om bosolifanten te beschermen. Het is niet alleen belangrijk om een iconische en heel sociale en intelligente diersoort te behouden, maar ook van fundamenteel belang voor het tropisch regenwoud, omdat veel bomen afhankelijk zijn van de bosolifant voor de verspreiding van hun zaden. Hun bijnaam is niet voor niets de tuinman van de jungle.