In Noordoost-Groningen wemelt het tegenwoordig van de geelgorzen, dankzij de aanleg van akkerranden en wintervoedselveldjes.
Het gaat al jaren slecht met de akkervogels in Nederland. Soorten als de kievit, geelgors en veldleeuwerik zijn enorm achteruitgegaan. In Noordoost-Groningen krijgen de akkervogels de laatste jaren een duwtje in de rug door de aanleg van akkerranden en wintervoedselveldjes. En met succes, want het wemelt er ’s winters weer van de geelgorzen.
De vraag is waar deze gorzen vandaan komen. Zijn het Nederlandse vogels die blijven omdat het hier nu weer aantrekkelijk is? Of zijn het Zweedse vogels die ontdekt hebben die het hier tegenwoordig prettig overwinteren is?
Vogelonderzoeker Raymond Klaassen probeert antwoord te krijgen op deze vragen door de geelgorzen te vangen met mistnetten en ze te ringen. Als de vogels dan later worden teruggevangen, kan hun verspreidingsgebied in kaart worden gebracht.