In opdracht van Staatsbosbeheer verzamelt ecoloog Rene van Loon bottels en zaden van wilde bomen en struiken. Deze autochtone soorten maken nog maar 5% uit van het totaal aan bomen en struiken. Reden genoeg om de zaden te verzamelen in een genenbank, waar ze bewaard en opgekweekt kunnen worden.
Maasheggen
Spaanse aak, rode kornoelje, kardinaalsmuts, sleedoorn.. zo maar een maar van de 115 inheemse houtachtige soorten die wij kennen. Een groot deel daarvan is te vinden in de Maasheggen, waar Rene van Loon vaak te vinden is. Het landschap is door de eeuwen heen gevormd door boeren, die de heggen gebruikten om vee binnen te houden. De genoemde soorten komen hier naar schatting al tienduizend jaar voor.
Staatsbosbeheer
Staatsbosbeheer wil met het oog op biodiversiteit het areaal aan autochtone soorten verdubbelen. Vijfduizend hectare nieuw bos wordt er de komende jaren aangeplant, waarvan een groot deel met dit materiaal. Honderd jaar geleden werden er vooral snelgroeiende bomen geplant als eik en grove den. Die waren nodig voor de steenkoolmijnen. Maar inmiddels zijn de inzichten met betrekking tot een gezond bos veranderd en is de zorg voor natuur belangrijker geworden.
Mooie namen
Behalve de bovengenoemde soorten komen in de Maasheggen ook 1- en 2-stijlige meidoorn, es, wegedoorn, zomereik, honds- en heggenroos, vlier, gladde- en fladderen, schiet- en kraakwilg, bosrank en bosaalbes voor.