“In Berg en Bos (Gelderland) was een zeug 's morgens al vroeg bezig met het inrichten van haar ketel. Ze trok takken van de bomen en rende dan naar haar toekomstige woning” schrijft Nel Appelmelk, die dit filmpje instuurt.
In Nederland was het wild zwijn in de 19de eeuw uitgestorven, maar werd toen door Prins Hendrik weer uitgezet. Nu komt het dier voor op de Veluwe, in Limburg, Oost-Brabant en Gelderland. Het wild zwijn leeft in voedselrijke loofbossen en gemengde bossen. Het dier houdt van eiken- en beukenbossen wegens de eikels en beukennootjes die hij graag eet. Maar het zwijn is al gauw tevreden, zolang er ondiepe poelen te vinden zijn om modderbaden in te nemen.
Het wild zwijn is een nacht- en schemerdier. Overdag rust het dier in dichte dekking. Daar bouwt het zwijn een ‘ketel’. Dat is de dagrustplaats van het dier, een uitholling in de bodem die het zwijn bedekt met takken. ’s Winters liggen zwijnen vaak samen in de ketel. Het vrouwtje bereidt ook een soort ketel of ‘kraamkamer’ voor in de lente, waar de babyzwijntjes hun eerste weken verblijven. Daarna sluiten ze aan bij de rest van de groep.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.