Deze wespspin heeft niet één, maar twee prooien in haar web. Enkele seconden later komt ook een derde sprinkhaan in het web terecht. In een mum van tijd heeft de spin haar prooi ingesponnen zodat ze die later kan opeten. Dat de twee nog levende prooien stevig vastzitten, zien we wanneer een van de sprinkhanen probeert te bewegen, maar geen kant op kan. Filmer Henk Lammers kon het tafereel prachtig vastleggen.
De wespspin is een grote spinnensoort voor Nederlandse begrippen. De spin dank de naam aan het exotische uiterlijk van het grote vrouwtje. Haar geelzwarte gestreepte achterlijk lijkt op de kleuren van een wesp. In België, en op sommige plekken in Nederland, staat de soort bekend ook als tijgerspin door het patroon. Hoewel de kleuren de indruk geven dat de wespspin gevaarlijk is, is het dier absoluut ongevaarlijk voor mensen of zoogdieren.
Net zoals de kruisspinnen, behoort de wespspin tot de familie van de Wielwebspinnen. Zoals alle spinnen uit die familie, bouwt de spin een web om prooien mee te vangen. Wespspinnen bouwen hun web vaak relatief dichtbij de grond. Daardoor zijn sprinkhanen vaak de favoriete hap, al eet de spin eigenlijk zo goed als alles wat het web in vliegt, zoals kevers, vliegen en libellen.
De mannetjes zijn een stuk kleiner dan de vrouwtjes en missen de kleurrijke zwart-gele strepen op het achterlijf. De mannetjes zijn eerder volwassen en wachten aan de rand van het web tot het vrouwtje haar laatste vervelling heeft doorgemaakt en klaar is om te paren. Het vrouwtje is na het vervellen ook minder agressief, al gaat het agressiviteitsniveau daarna snel omhoog.
© antjamroos
Het mannetje heeft twee geslachtsorganen. Dat is handig, want bij de paring laat het mannetje één geslachtsdeel achter in het vrouwtje. In principe kan hij dus nog een keer paren, al overleeft hij het meestal niet en wikkelt het vrouwtje hem na de paring is als prooi.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.