Onder veel wegen in ons land liggen tunneltjes die padden en andere kleine dieren veilig naar de overkant moeten helpen. Maar werken die tunnels wel? Een onderzoek van de provincie Noord-Holland, met automatische sensoren moet helderheid geven.
Automatische detectie
Voor dit onderzoek worden op maat gemaakte detectoren in de paddentunnels geplaatst. Een dier dat door de tunnel kruipt wordt automatisch geregistreerd, inclusief de looprichting. Die gegevens worden vervolgens via het mobiele netwerk naar de onderzoekers gestuurd. Op die manier kunnen zij in de gaten houden of een tunnel wel of niet wordt gebruikt.
Onbruikbare tunnels
Uit eerder, vergelijkbaar onderzoek kwam naar voren dat bijna de helft van de tunneltjes na verloop van tijd niet meer passeerbaar is. Ze komen vol te liggen met rommel of raken op een andere manier geblokkeerd, waardoor de padden er niets meer aan hebben. "Met dit onderzoek willen we op tijd een signaal krijgen dat er iets aan het onderhoud van de tunnels moet gebeuren", vertelt Mark van Heukelum, die als ecoloog van het bureau Oak Consult het onderzoek van de provincie Noord-Holland leidt. "Wanneer tunnels niet meer bruikbaar zijn, gooi je niet alleen het geld van je investering, weg, maar schiet de natuur er ook niets mee op."
Mark van Heukelum, Nick Visser en Thijs Franssen (vlnr) bij een paddentunnel in Castricum