Je ziet een stel ganzen in de verte. Hij heeft iets zwarts, iets wits, en zie je daar nog een stukje bruin? Is het een brandgans? Of toch een grote Canadese gans? Het kan ook nog een rotgans of een roodhalsgans zijn. Het valt niet mee om deze ganzen uit elkaar te houden want ze lijken erg op elkaar. Door de soorten met hun verschillende kenmerken op een rijtje te zetten, kun jij ze de volgende keer makkelijker herkennen!
Grote Canadese gans
Deze gans is de grootste van het stel. Wat meteen opvalt, is zijn lange zwarte hals en de witte vlek op zijn kop. De rest van zijn lijf is bruingrijs. Je kunt ze bijna het hele jaar in Nederland treffen.
De brandgans heeft net zo’n zwarte hals en witte kopvlek als de grote Canadese gans. Maar bij de brandgans loopt het zwart van zijn hals verder door naar zijn borst. Een ezelsbruggetje: hij is 'verder
verbrand
', dus is het de
brand
gans. Daarnaast heeft hij nog een wit voorhoofd en een contrastrijk zwart-wit lijfje. Ook deze ganzen zijn het hele jaar in Nederland te zien, maar vooral van november tot en met maart.
Deze soort heeft het meeste zwart ten opzichte van de andere genoemde soorten. Ook is het een vrij kleine gans, zo’n 62 centimeter hoog. Onder zijn kop heeft hij nog een klein beetje wit als een soort vaag kettinkje. De rotgans zie je vooral van oktober tot en met maart in ons land.
Dit is de zeldzaamste van het stel. In de winter lopen er soms een paar tussen andere ganzensoorten in. Wanneer hij in zo’n groep aan het foerageren is, valt hij haast niet op. Maar zodra hij zijn kop omhoog doet, is de roodhalsgans goed te herkennen aan zijn ronde kop en rode hals.
Nu je deze kenmerken weet, kan het wat makkelijker worden om de grote Canadese gans, brandgans, rotgans en roodhalsgans uit elkaar te houden. Je kunt ook onderstaande afbeelding als geheugensteuntje gebruiken.