In Nederland kun je vier soorten witte zwanen tegenkomen: de knobbelzwaan, kleine zwaan, wilde zwaan en de fluitzwaan. Maar hoe houd je ze uit elkaar? Omdat het alle vier grote en relatief zware witte vogels zijn, kan dat nog weleens een uitdaging zijn. Een goed kenmerk waar je ze aan kan onderscheiden is de snavel, en de mate waarin die gekleurd is. Bekijk het plaatje voor meer uitleg.
Foto A - Knobbelzwaan te herkennen aan de oranjerode snavel met zwarte knobbel.
Foto B - Fluitzwaan slechts een klein geel vlekje bij het oog.
Foto C - Kleine zwaan, z'n snavel is geler maar het gele gedeelte reikt niet voorbij de neusgaten.
Foto D - Wilde zwaan met de geelste snavel. Het geel reikt tot aan zijn neusgat en loopt (soms) puntig uit.
De knobbelzwaan is verreweg de meest algemene soort in Nederland. In de winter kun je ook de kleine zwaan en de wilde zwaan in ons land tegenkomen. In zachte winters verblijft ongeveer 75% van de gehele wereldpopulatie aan kleine zwanen in Nederland. Opmerkelijk schaarser is de wilde zwaan, die je vooral in de duingebieden kunt tegenkomen. Tenslotte is er de fluitzwaan, deze vogel leeft normaal gesproken in Noord-Amerika maar wordt zo nu en dan als dwaalgast waargenomen.
In Nederland kan je ook zwarte zwanen tegenkomen en die zijn goed te herkennen aan hun bijna volledig zwarte verenpak met enkel witte handpennen en een rozerode snavel. Dit zijn ontsnapte of uitgezette exemplaren en worden beschouwd als invasieve exoten.
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.