Rijd over de snelweg en je ziet ze geheid: de biddende torenvalk. Uiterst behendig hangt hij stil in de lucht op zoek naar prooi. Een andere snelwegvogel, de buizerd, zie je ook nog wel eens bidden. Maar er zijn veel meer vogels die deze luchtacrobatiek eigen hebben gemaakt, allemaal voor de jacht.
Bidden is een jaagtechniek
Hoewel bij bidden gelijk gedacht wordt aan de torenvalk, zijn er veel meer vogels die dit ook doen. Bijna alle roofvogels kunnen tot op zeker niveau bidden, maar sommige zijn er wel aanzienlijk beter in, zoals kerkuilen bijvoorbeeld. Maar ook sterns zoals de visdief en de Noordse stern kunnen dit.
Zelfs onze snelle, blauwe ijsvogel kan stil hangen om naar prooi te zoeken onderwater. Het is een intensieve techniek waarbij de vogel zijn vleugels tegen de wind in zwaait. Daarom zul je de ijsvogel ook eerder op een laaghangende stok boven het water zien. Dat kost natuurlijk een stuk minder energie.
Wiekelen is het woord dat vroeger gebruikt werd voor het stil hangen van vogels in de lucht. Waarom we nu 'bidden' zeggen heeft twee mogelijke verklaringen. De eerste stamt uit twee Engelse woorden die erg op elkaar lijken: praying (bidden)en preying (jagen). Roofvogels heten in het Engels ook birds of prey, en vooral roofvogels bidden. Sommige mensen denken dus dat verkeerd overgenomen is uit de Engelse taal.
Toch komt het waarschijnlijk ergens anders vandaan. Roofvogels hangen stil in de lucht voordat ze toeslaan. Dit lijkt ook op het stil zitten en bidden wat sommige mensen doen voor de avondmaaltijd.