In de tiende editie van de tuinvlindertelling zijn gemiddeld acht vlinders per telling doorgegeven. Dat is de helft van het gemiddelde van de afgelopen jaren. Ook het aantal soorten dat is gemeld ligt met 3,5 per telling duidelijk lager. Het langdurige warme en droge weer is de belangrijkste oorzaak.
Vlinders tellen in de tuin
Het klein koolwitje werd het meest geteld tijdens de Tuinvlindertelling 2018
Voor de tiende maal zijn de vlinders in tuinen geteld. Om dit jubileum te vieren, werden de drie dagen verlengd en was er dit jaar een tuinvlinderteltiendaagse. Omdat we merken dat door de klimaatverandering de vlinders eerder vliegen werd al op 27 juli gestart en liep de telling door tot 5 augustus 2018.
Koolwitjes in de meerderheid
Er zijn bijna 10.000 tellingen gedaan en het klein koolwitje was de overtuigende winnaar. Er zijn ruim 18.000 klein koolwitjes doorgegeven. Van het groot koolwitje, dat verrassend op de tweede plaats eindigde, zijn er nog geen 10.000 gezien. De strijd om de derde plek ging tussen de kleine vos en de atalanta, die uiteindelijk toch wat meer werd geteld. De kleine vos wordt het hele jaar al weinig gezien en in heel veel tuinen is er ook tijdens de tiendaagse geen enkele aangetroffen. Toch zijn er bijna 6.000 doorgegeven, maar dit was vrijwel allemaal uit het noorden en noordwesten van ons land. Daar was de soort wel veel aanwezig.
De tien meest doorgegeven vlinders zijn in 2018:
1. Klein koolwitje
2. Groot koolwitje
3. Atalanta
4. Kleine vos
5. Klein geaderd witje
6. Gamma-uil
7. Buxusmot
8. Boomblauwtje
9. Bont zandoogje
10. Distelvlinder
Buxusmot
Opvallend is de zevende plek van de buxusmot. Voor mensen die buxus in de tuin hebben, zal dit minder verrassend zijn, want heel veel buxussen zijn door de rupsen van de relatief nieuwe exoot opgegeten. Nu is de buxusmot nog voornamelijk in het zuiden en midden gezien, maar het is te verwachten dat de vlinders die nu vliegen ook de noordelijke provincies zullen gaan bevolken.