Weinig kroost voor kolgans
• 04-11-2016
• leestijd 1 minuten
© Fotograaf: WillemdeWolf
De kolganzen hebben het afgelopen broedseizoen extreem weinig jongen geproduceerd. Dat blijkt uit tellingen van SOVON Vogelonderzoek Nederland. Onder de ganzen die in september massaal zijn teruggekeerd naar hun Nederlandse winterkwartier, zitten hooguit 10% jonge vogels. Dat maakt dit jaar tot één van de vijf slechtste jaren sinds 1960, qua broedsucces.
Gezinstrouw
In september keren de kolganzen terug uit hun Russische broedgebieden. Anders dan bij veel andere vogelsoorten, blijven ouders en jongen de eerste winter bij elkaar. Op die manier kunnen vogelonderzoekers precies zien welke vogels wel succesvol waren en welke niet. Het gros van de vogels blijkt met hooguit één jong terug gekeerd (56% van de paren). Een kwart van de paren had twee jongen. De rest meestal geen (of in een enkel geval meer dan twee).
Flappers
Tegelijk vangen de traditionele 'ganzenflippers' die tegenwoordig de ganzen vangen voor het ringonderzoek, wél grote aantallen jonge vogels. Volgens de onderzoekers van SOVON komt dat doordat jonge ganzen zich, bij gebrek aan 'levenservaring', nu eenmaal makkelijker laten vangen dan oudere dieren. De tellingen van de flappers melden structureel hogere aantallen jonge vogels.
© Rob Buiter