Een verkeerd stukje vlees en je ligt zomaar met voedselvergiftiging op bed. Daar hebben gieren geen last van: zij eten zonder probleem rauw vlees dat al een paar dagen in de zon ligt te rotten. Hoe spelen ze dat klaar?
Extreem zuur
De dode beesten waar gieren van eten, zijn vaak gestorven aan een bacterie of virus. Deze leven soms nog als een gier van het karkas begint te peuzelen en het geïnfecteerde vlees zou ook gevaarlijk kunnen zijn voor de gier. Maar de gier heeft een speciaal maagzuur dat extreem zuur is en alle virussen en bacteriën doodt.
Maar zelfs als alle bacteriën en virussen dood zijn, kunnen er nog andere bacteriële gifstoffen in het vlees zitten die ziekmakend kunnen zijn. Denk maar aan een stukje bedorven vlees dat je door en door bakt. Ook al zijn alle bacteriën dan dood, je krijgt er toch voedselvergiftiging van. Daarom hebben gieren ook een uitstekend afweersysteem dat is aangepast om deze gifstoffen af te breken.
Ook de urine van een gier heeft een desinfecterende functie. Daarom plassen gieren langs hun poten. Dat heeft niet alleen een verkoelende werking, maar zorgt er ook voor dat allerlei beestjes doodgaan, die ze hebben opgepikt toen zij in een rottend karkas stonden.
Vlees vol antrax
Dankzij al deze aanpassingen kunnen gieren zelfs karkassen eten die geïnfecteerd zijn met antrax, varkenspest of botuline. En als het vlees eenmaal door de spijsvertering heen is, is er in de uitwerpselen van een gier geen ziektemaker meer te bekennen. Zo helpen gieren om het verspreiden van ziektes te voorkomen.