Het gaat goed met de populatie dassen in Gaasterland. Keerzijde van dit verhaal is dat er veel dieren worden doodgereden. Per jaar komen er ruim 30 aangereden dassen uit Gaasterland bij Staatsbosbeheer binnen.
De natuurorganisatie geeft de dode dassen bijna allemaal weer terug aan de natuur. Er zijn namelijk verschillende dieren die profiteren van deze dassen-kadavers, zoals vossen, koolmezen en kraaien. Een enkel exemplaar wordt opgezet door preparateur Jan van der Laan.
Details van een dode das
Omdat levende dassen zo schuw zijn, is dit een uitgelezen voor Milouska om de das van dichtbij te bekijken. Behalve een zwart-wit gestreepte kop heeft deze das een relatief dikke snuit, kleine oortjes en enorme graafpoten. De dode das moet een zwaar leven hebben gehad omdat ze een nagel mist en een gehavend oor heeft. Dit kan komen omdat er in een burcht onderling veel wordt gevochten.
Opzetten van een das
Als uitzondering laat Staatsbosbeheer een das opzetten. Een precies werkje dat uitgevoerd wordt door preparateur Jan van der Laan. Sinds 1979 prepareert hij allerlei soorten dieren, van kleine vogels tot grote dassen. Zijn werkruimte is echt een werkplaats. Als hij dieren vilt, is het echt soort operatietafel maar als hij dieren opvult en vorm geeft is het net een timmerplaats.