De vraagbaak is een rubriek waarin we vragen van luisteraars beantwoorden. Deze week een vraag van Job Michel, die vroeg zich af: Hoe diep duikt een zeehond? Deze vraag wordt beantwoord door zeehondenonderzoeker Sophie Brasseur van IMARES.
Noordzee is beperkend
Een zeehond kan wel dieper dan 500 meter duiken. Bij Nederlandse zeehonden is dat alleen nooit gemeten, want de noordzee is te ondiep voor zeehonden om hun maximale diepte te halen. Hij zal dus altijd beperkt worden tot de bodem. Dat is voor de zeehond geen probleem, zolang er maar voedsel te vinden is, waar ze vaak vanuit de bodem op jagen. En dat doen ze dan ook voortdurend. Als we alle zeehonden in Nederland zouden zenderen zouden we zo een dieptekaart van de bodem kunnen maken. Nederlandse zee is overal ongeveer 50 meter diep en bij Den Helder is een plekje waar het 100 meter diep is. Als onze zeehonden eens echt een diepe duik willen maken, moeten ze helemaal naar Noorwegen zwemmen waar het dichtsbijzijnde diepe stuk te vinden is.
Hoe doen ze dat dan?
De zeehond kan zo diep duiken omdat ze een middenrif hebben parallel aan hun lengte, wat hun organen naar beneden drukt als ze duiken. Zo zorgen ze ervoor dat er geen luchtbelletjes in hun bloed komen wat bij mensen wel zou gebeuren bij diep duiken. Ook hebben ze meer myoglobine in hun spieren waardoor ze in hun spieren zuurstof kunnen opslaan.
In het buitenland
In het buitenland is er wel onderzoek naar gedaan, en daar kwam uit dat verschillende soorten van dezelfde familie in het buitenland wel geobserveerd zijn dat ze diepe duiken maken. Bijvoorbeeld de zeeolifant. Die duikt nog veel dieper dan de zeehond, om van diepe zeebodems te kunnen eten. De zeehond zou dit niet kunnen, want die is een stuk kleiner dan de zeeolifant en wordt door de hoge druk van het water sneller 'samengeperst'.