Volop handel in orang-oetans en gibbons in Indonesië

Orang-oetans en gibbons worden nog steeds volop verhandeld in Indonesië, ondanks hun beschermde status. De apen zijn zeer in trek als huisdieren of toeristische attractie. Dit staat in een rapport van onderzoeksbureau Traffic, een samenwerkingsverband tussen het Wereld Natuur Fonds en de World Conservation Union (IUCN) dat de handel in bedreigde dier- en plantensoorten in kaart brengt.

De onderzoekers brachten 35 zogenaamde 'vogelmarkten' op Java en Bali in kaart, waar naast vogels allerlei wilde dieren worden verhandeld. Het rapport bevat gegevens over 559 verhandelde en inbeslaggenomen apen, waarvan 391 gibbons en 168 orang-oetans. De apen blijken voornamelijk afkomstig uit Borneo en Sumatra.

De totale omvang van de apenhandel is waarschijnlijk nog veel groter. Zo schat Traffic dat jaarlijks ongeveer duizend wilde orang-oetans op Borneo het slachtoffer worden van de handel op Java en Bali.

Internationale regels en de Indonesische wet verbieden de handel in en het bezit van orang-oetans en gibbons. Overtreders kunnen in Indonesië een boete van ruim 8000 euro en maximaal vijf jaar gevangenisstraf krijgen. In de praktijk worden bezitters en handelaars van de apen nauwelijks vervolgd.

Zowel orang-oetans als gibbons zijn met uitsterven bedreigd. Hun leefomgeving wordt ernstig aangetast en verkleind door houtkap, de aanleg van palmolieplantages en bosbranden. De handel op Java en Borneo brengt de dieren nog verder in gevaar.

,,Een grootschalig voorlichtings- en educatieprogramma voor zowel het publiek als overheidspersoneel is hard nodig om mensen te informeren over de beschermde status van orang-oetans en gibbons en om de controle en handhaving van regels door politie en justitie te verbeteren'', aldus Mubariq Ahmad, de directeur van de Indonesiche tak van het Wereld Natuur Fonds.

Bron: ANP