Om de winter door te komen, heeft elke vogelsoort zijn eigen aanpak. Er zijn vogelsoorten die wegtrekken naar het zuiden, zoals grutto's, ooievaars en zwaluwen. Er zijn ook soorten die vanuit Scandinavië naar ons land komen: ganzen en eenden, maar ook roodborsten en mezen. Andere vogels, zoals roerdomp en ijsvogel, blijven het hele jaar hier. Tijdens strenge winters zijn ze erg kwetsbaar.
Veel zangvogels trekken in de winter naar dorpen en steden. Ervaring heeft ze geleerd dat daar dan nog van alles te vinden valt. Vogels kunt u het hele jaar door voeren. Maar vooral wanneer er sneeuw ligt of als het vriest hebben ze deze hulp hard nodig. In een strenge winter is het voor vogels moeilijk om aan voedsel te komen, terwijl ze juist extra veel energie nodig hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Insecten kruipen weg, bessen zijn vaak al op en sneeuw en ijs maken het de zaadeters ook moeilijk om bij hun voedsel te komen. Van bijvoeren in de tuin wordt dan ook graag gebruik gemaakt. Vogels die anders verscholen blijven of in een flits voorbij vliegen, zijn nu makkelijk te bekijken.
Worden vogels dan niet afhankelijk van het bijvoeren?
Vogels die bijgevoerd worden blijken hier niet afhankelijk van te zijn. Vogels vertrouwen namelijk niet op één voedselbron. Gebleken is dat vogels die bijgevoerd worden gemiddeld maar zo’n 20 % van dit voedsel op hun menu hebben. Vogels houden van een gevarieerd menu en vullen het door mensen aangeboden voedsel aan met eten dat ze zelf vinden. Door vogels bij te voeren worden ze niet zodanig verwend dat ze zich na verloop van tijd niet meer alleen zouden kunnen redden in de natuur.
Juiste voer
Het is belangrijk om vogels het juiste voer aan te bieden. Het is belangrijk om rekening te houden met de voedselbehoefte en voedselpatronen van de verschillende vogelsoorten.
Recept voor vetbollen
1. Smelt drie pond ongezouten rundvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet!
2. Voeg daar al roerend een mengsel van 6 ons gebroken hennepzaad en 3. maanzaad en 3 ons zonnepitten aan toe.
4. Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton of een theeglas.
5. Leg daarin, voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt.
Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden opgehangen. Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Een melkkarton kan rondom worden afgescheurd; houd een theeglas of blik even in heet water, de vetbol komt dan gemakkelijk los. Uiteraard kunnen naar eigen inzicht ook kleinere hoeveelheden worden gebruikt.
Belangrijk
Laat het voeren van watervogels, roofvogels en uilen in het buitengebied over aan deskundigen. Verstoor de vogels in het buitengebied niet, iedere keer dat ze onnodig opvliegen kost veel energie. Breng ernstig verzwakte en zieke vogels naar een vogelasiel bij u in de buurt. Voor een adres kunt u de Vogelinfolijn van de Vogelbescherming bellen. Telefoonnummer 030-6937773.