Merels maken hun bescheiden nestjes in dichte struiken of in de klimop. Terwijl eksters enorme joekels produceren, vaak hoog in de boom. En meerkoeten gebruiken vaak allerlei afval om een nestje mee te maken op het water. Lars Soerink bestudeert vogelnesten en ontdekte dat ze vaak heel ingenieus zijn gebouwd. Zodat de eieren en kuikens voldoende warm worden gehouden en optimaal worden beschermd tegen regen en wind.
De nesten zijn niet alleen heel functioneel. Wat Soerink betreft hebben ze ook een enorme esthetische waarde. Kortom vogels als hele kundige architecten. En zoals de architectuur betaamd, zijn er ook onder de vogelsoorten allerlei verschillende bouwstijlen. En wie wint dan de vogelarchitectuurprijs? "Dan denk ik aan de wielewaal. Die bouwt een strak robuust nest. Maar, qua schoonheid, de buidelmees. Hangend in een vilte cocon, gebruik makend van het pluis van de lisdodde."
Lars Soerink bezoekt natuurhistorische musea om nesten te bestuderen en te fotograferen. Hij is bezig met een boek, met de veelzeggende titel ‘Nest’.