Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Vogelnamen in gebarentaal

  •  
03-07-2020
  •  
leestijd 1 minuten
  •  
715 keer bekeken
  •  
Deze week in de serie 'Vogelnamen in dialect' de moedertaal van de meeste doven in Nederland: de Nederlandse gebarentaal. Richard Cokart is onderzoeker bij het Gebarencentrum en weet alles over hoe slechthorenden en doven met elkaar over vogels communiceren. 

Regionale verschillen

Honderd jaar lang was gebarentaal verboden, want ook dove kinderen moesten leren praten, was de algemene opvatting. Toen het tij keerde in de jaren 80, zijn doven vanuit verschillende regio’s bij elkaar gekomen om de Nederlandse gebarentaal te standaardiseren. Groningen, Amsterdam, Voorburg, Rotterdam en Sint Michielsgestel zijn de taalregio’s vanuit waar afgezanten bij elkaar kwamen om de taal vast te leggen. Zo gebeurde dat ook met vogelnamen. Was er uit geen een regio een vogelnaam bekend, dan werd die ter plekke verzonnen.

Gedrag en uiterlijk

In het Nederlands is een deel van de vogelnamen gebaseerd op het geluid wat ze maken een zogenaamde ornomatopee zoals de koekoek. Maar omdat doven en slechthorende deze geluiden niet of nauwelijks kunnen horen, komt dit in de Nederlandse gebarentaal niet voor. Het gedrag of uiterlijk bepaalt de vogelnaam: de fuut met zijn kraag, een ekster die steelt, of de boomklever die langs de boomstam loopt. Van de koekoek, in het Nederlands een bekende ornomatopee wordt uitgebeeld hoe hij roept.

Bron: het Gebarencentrum

Meer over:

gebarentaal
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.