Deze vogel hangt het liefst rond in rommelige, wilde tuinen met veel groen voor voedsel en beschutting. Hij heeft een kenmerkend roodbruinachtig gevlekte verendeken en een zeer herkenbare tsjilp. Wie kent hem niet? We hebben het over een belangrijke inheemse vogelsoort, namelijk de huismus. Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland hebben deze soort tot vogel van het jaar benoemd, omdat deze wel wat extra aandacht kan gebruiken.
Helaas gaat het niet heel goed met deze soort. Sinds de jaren ‘90 neemt deze in aantal af, met het gevolg dat anno 2024 het aantal broedparen is gehalveerd. Broedgelegenheid, voedsel voor de jongen en schuilgelegenheid zijn een probleem. Het feit dat huizen steeds minder kieren en openingen hebben, zorgt ervoor dat de huismus minder plek heeft om haar nest te maken. Ook de verstening van tuinen en het overmatig beheer van groen in de stad zijn grote boosdoeners. Hierdoor is de huismus steeds moeilijker in de stad of de woonwijk te zien.
Mussenonderzoeker René Oosterhuis, woonachtig bij Groningen, doet al meer dan twintig jaar onderzoek naar de huismus. Groningen en omgeving (Leek) is daarom de plek waar het meest aan populatie onderzoek van de huismus is gedaan. De interesse voor de huismus zat er al vroeg in bij René. Als klein jongetje werd hij iedere ochtend gewekt door het broedpaar dat in de dakgoot boven zijn raam broedde. Het fascineerde hem dat er een dier is dat zich zo aanpast aan het menselijke leven. Hoe ouder René werd, hoe meer hij zich besefte dat de huismus zich dusdanig heeft aangepast, dat hij misschien wel te afhankelijk is geworden van de mens.
De belangrijkste doelen van het onderzoek van René zijn: meer leren over het trekgedrag, de overlevingskans en het broedsucces van de huismus. Bij andere vogelsoorten worden dan de nesten en jongen geteld, maar bij de huismus is dat lastig omdat ze hun nesten vaak goed verstoppen. Dus heeft René een eigen, andere aanpak bedacht. De jongen van de huismus worden nog aanzienlijke tijd door de ouders verzorgt.
Door voederplekken met zaad op maximaal een paar honderd meter van het nest te plaatsen, kan René tellen hoeveel jongen en ouders hierop afkomen. Om te voorkomen dat hij ze dubbel telt, ringt hij de huismussen eerst. Naast enkele andere onderzoeksplekken in de omgeving, heeft hij ook in zijn achtertuin zo’n voederplek gecreëerd. Vanachter zijn eettafel kijkt hij zo naar buiten en kan hij de huismussen die een bezoekje brengen aan zijn tuin monitoren. Hij weet van elke geringde huismus inmiddels welk individu het is. Bij het tellen registreert hij de leeftijd en hoeveel jongen ze hebben meegenomen.
Kijk zondag 24 november 2024 om 19.25 uur naar de uitzending over Groningen op NPO 2!
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.