In 2009 kochten Wouter van Eck en Pieter Jansen een oude maïsakker in de buurt van Groesbeek. Ze haalden de rijk bemeste toplaag eraf en begonnen met de aanleg van een afwisselend natuurgebiedje, met bomen, struiken en kruiden. De opzet: een natuurgebiedje waar je zonder toevoeging van (kunst)mest, bestrijdingsmiddelen of gemechaniseerde arbeid tóch een hoop voedsel uit kunt oogsten: een voedselbos.
Al binnen een paar jaar leverde het voedselbos een hoop eetbaars: van noten en vruchten tot diverse groenten en ook honing. Om te kijken of ook de andere doelstelling – natuur – van de grond komt, lieten de initiatiefnemers afgelopen jaar een onderzoek uitvoeren door twee studenten van de Hogeschool Van Hall – Larenstein. Zij vergeleken de rijkdom aan broedvogels, loopkevers en nachtvlinders op de twee hectaren van Ketelbroek, met twee andere hectaren in het nabijgelegen Natura2000-gebied De Bruuk.
De resultaten verrasten Van Eck. ’Qua aantallen soorten deed ons voedselbos het in grote lijnen net zo goed als het natuurgebied. Qua aantal individuen overtrof het aantal nachtvlinders en kevers zelfs de aantallen in De Bruuk.'
Van Eck benadrukt dat de eetbare opbrengst van het voedselbos deels een kwestie is van lange adem. ‘We hebben hier bomen aangeplant die in sommige gevallen honderden jaren kunnen blijven staan. Dit natuurgebiedje van twee hectare zal dus voor meerdere generaties voedsel leveren, zonder dat daar ook maar een druppel diesel, bestrijdingsmiddel of mest aan te pas komt.’