Niet alle vlinders overwinteren als ei, rups of pop. De dagpauwoog bijvoorbeeld kan nog wel eens een rustig plekje in huis opzoeken. Maar als de verwarming aangaat overleeft hij dat niet. Naar buiten dus met die vlinder.
Er zijn vier dagvlinders die als vlinder in Nederland de winter doorbrengen. Ze zoeken daarvoor een rustig plekje en gaan in winterslaap. Dat wil zeggen dat ze vocht uit hun lichaam halen, hun spijsvertering op een heel laag niveau zetten en een soort van antivries aanmaken, vergelijkbaar met dat wat wij in onze auto’s gebruiken. Deze vlinders kunnen zo uitstekend tegen de kou, 15 of 20 graden vorst kunnen ze prima hebben. Citroenvlinder en gehakkelde aurelia zoeken voor de winter beschutte plekjes in groenblijvende struiken zoals klimop of conifeer en kruipen daarin weg. De andere twee, dagpauwoog en kleine vos zoeken daarvoor ook wel holle bomen, schuurtjes en garages en deze komen ook gewoon bij ons in huis. In september en oktober kun je ze al vinden op donkere koele plekjes zoals op zolder.