Terwijl de temperaturen richting het nulpunt lopen of soms daaronder, is voor de vlinders het broedseizoen aangebroken. Een vlinder broedt natuurlijk niet, maar legt wel eitjes. Het grootste gedeelte van hun leven brengen vlinders door als pop of - nog vaker - als rups. “De vlinders zelf zijn eigenlijk de eilegmachines”, zegt bioloog Tymo Muus.
“Als vlinder vallen ze ons natuurlijk op, vooral de dagvlinders. In dat stadium drinken ze nectar en fladderen ze langs, maar leven ze vaak maar twee weken. Het echte leven van de vlinder wordt gevormd door de eitjes, de poppen en de rupsen. Hun broedsel, als het ware”.
Tymo Muus is gespecialiseerd in microvlinders. Daarvan komen in Nederland zo’n 1400 soorten voor. Kleine vlinders, die we meestal over het hoofd zien. En met wat goed zoeken zijn die juist in de winter goed te vinden. Zoals de ruskokermot, die in een soort mini-kartonnen wc-rolletje de winter doorbrengt op de uitgebloeide bloemetjes van pitrus. Maar een paar millimeter groot. Hij eet ’s winters de zaden van z’n waardplant. Daarom is het belangrijk dat in de winterperiode natuur- en terreinbeheerders niet teveel wegmaaien.
Muus neemt het wat dat betreft op voor de microvlinders en dus de biodiversiteit. Hij kijkt al 15 jaar naar microvlinders en heeft ontdekt dat op sommige plekken bepaalde soorten niet meer voorkomen, verdwenen door het maaibeleid. “Als beheerder kun je natuurlijk niet met elke grasspriet rekening houden”, zegt Tymo Muus, “maar je ziet wel vaak dat er veel onnodig weggemaaid wordt.” Toch is er ook goed nieuws te melden: Muus vond onlangs bij Havelte in Drenthe exemplaren van de zeldzame guldenroedekokermot, die sinds de jaren dertig van de vorige eeuw niet meer in Nederland gezien is.