Onderzoek haalt de theorie dat vogels energie besparen door te vliegen in een V-formatie, onderuit. Dat zegt hoogleraar biologische stromingsleer Eize Stamhuis.
Het is voorjaar en de vogeltrek is in volle gang. Kleine en grote vogels als kieviten, grutto’s, kraanvogels en ganzen vliegen ieder jaar duizenden kilometers om te broeden of te overwinteren. Een bekend fenomeen van die vogeltrek is de vaak prachtige V-vorm waarin de vogels achterelkaar vliegen.
De theorie is dat ze in die V-formatie energie besparen. Door schuin achter elkaar te vliegen, zouden ze profiteren van de opwaartse luchtstroom van de vogel die voor vliegt. Op die manier zou wel tot 40% energie bespaard kunnen worden. Het is een verklaring die al eeuwenlang door alle vogelkenners wordt bevestigd. Maar klopt het ook?
Onderzoek
Wetenschapper Eize Stamhuis heeft altijd getwijfeld aan de bekende theorie. Stamhuis is hoogleraar Biologische Stromingsleer aan de Universiteit van Groningen en doet op bijzondere wijze onderzoek naar de V-formatie. In Vroege Vogels laat hij een constructie zien waarmee de luchtstroom achter een ganzenvleugel duidelijk te volgen is. Dit gebeurt met een robotvleugel en laser in een windtunnel (zie foto).
Met dit onderzoek komt Eize Stamhuis tot de opzienbarende conclusie dat vliegen in V-formatie nauwelijks energie bespaart. Waarom dan wel? Andere geopperde redenen zijn bevordering van communicatie en oriëntatie (visueel). Uitgebreid onderzoek is hier nog niet naar gedaan. Het blijft dus nog een mysterie van de vogel...