Dat vissen gevoelige dieren zijn, dat weet Gert Flik als geen ander. Veertig jaar lang deed de hoogleraar organismale dierfysiologie aan de Radboud Universiteit, onderzoek naar vissenwelzijn. Want ook vissen kunnen last hebben van stress en pijn. Het vereist alleen een andere manier van kijken: zo gaan vissen bij stress hyperventileren, houden ze hun kieuwdeksels dicht, veranderen ze van kleur, laten vermijdingsgedrag zien of gaan bijvoorbeeld met hun buik over de bodem schuiven.
Angst en pijn
Ook ervaren vissen angst en pijn. Zo raken vissen minder in de stress als bij het vangen de netten niet propvol raken en ze dus niet geplet worden. Ook houdt een vis niet van direct contact. Net als bij de mens heeft een vis zenuwen dicht onder de huid. Met veel vissen in het net zitten, zorgt voor te veel contact en dus stress.
Uit onderzoek is gebleken dat vissen die onder dezelfde omstandigheden gehouden worden, beter groeien als ze ’s nachts eten krijgen in plaats van overdag. Gert Flik: "In het donker op eten jagen geeft de vis minder stress omdat hij dan minder opvalt, waardoor er meer energie voor groei kan worden gebruikt."
Stress van vissen
Gert Flik ontdekte tijdens zijn loopbaan tal van stressfactoren, zoals de verhouding tussen licht en donker (vissen moeten kunnen slapen), de hoeveelheid vissen in een bassin (niet teveel), de waterkwaliteit (beperk het stikstofafval) en geluidstrillingen (boten in het water) of onverdoofd slachten.
Relatie met vissen
Dat je zelfs een band met vissen op kan bouwen, ondervond Gert Flik toen hij dagelijks vissen in aquaria onderzocht: "Al vrij snel kwamen ze naar mij toe gezwommen als ik het lab binnenkwam. Ze herkenden mij, en zaten echt op mij te wachten als ik ze kwam voeren."