Om ook in de toekomst droge voeten te houden, is het Nederlandse rivierenlandschap de laatste jaren flink op de schop gegaan. Wat heeft dat voor gevolgen, bijvoorbeeld voor de vis die er zwemt?
Door de stijgende waterspiegel als gevolg van de klimaatverandering hebben de Nederlandse rivieren meer ruimte nodig. Daarom wordt er al tien jaar drastisch ingegrepen in ons rivierenlandschap: in het kader van
Ruimte voor de Rivier
worden oevers verlegd, dammen gebouwd, kribben verwijderd en geulen gegraven. Naast meer veiligheid moeten deze maatregelen zorgen voor een mooiere en gezondere natuur in en rondom de rivieren.
Rivercare
Maar wat hebben al die ingrepen voor gevolgen? En hoe gaat die rivier zich de komende vijftig tot honderd jaar gedragen? Kunnen we daar nog iets van leren voor de volgende keer dat we zo’n immense operatie uitvoeren? Op deze en meer vragen wordt een antwoord gezocht in het multidisciplinaire onderzoeksproject Rivercare, een samenwerkingsverband van vijf Nederlandse universiteiten en vrijwel alle onderzoeksinstituten die in ons land iets met water hebben te maken.
Kraamkamer voor vis
Remon Koopman van de
Radboud Universiteit
is een van de vele biologen die onderzoek doet in het kader van Rivercare. Hij wil vooral weten wat de rivier de mens kan bieden, en daarvoor is hij in het bijzonder geïnteresseerd in de hoeveelheid vis die er in de Waal zwemt en welke soorten dat zijn.
Samen met
ecologisch adviesbureau Waardenburg
vist hij daarvoor avond en avond op verschillende plekken de rivier af, zoals in wetlandsgebied Passewaaij. Dat is een uiterwaard ten zuidwesten van Tiel, die in 1996 is ingericht als natuurgebied. Twee jaar geleden is er een bovenstroomse verbinding gemaakt met de Waal, waardoor het gebied een mee-stromende nevengeul werd, een dynamisch gebied, perfect als kraamkamer voor vissen.