Het is weer tijd voor de vinkenslag. Uit 17 jaar Natuurkalenderwaarnemingen blijkt dat de vinkenslag gemiddeld voor het eerst op 21 februari gehoord wordt. De beperkte variatie wordt voor klein deel bepaald door de temperatuur.
Sinds de start van De Natuurkalender in 2001 zijn er ruim 2500 waarnemingen van de eerste vinkenslag doorgegeven. Voor elk jaar hebben ze de datum bepaald waarop de middelste waarneming is doorgegeven. Uitgezet in een grafiek is goed te zien dat de vinkenslag opvallend constant is in de tijd.
Opvallend constant
Wanneer de vinkenslag voor het eerst te horen is, is gemiddelde over de afgelopen 17 jaar op 21 februari. Het vroegste jaar tot nu toe is 2001. Tussen het vroegste en laatste jaar zitten maar 13 dagen en dat is weinig want bij het sneeuwklokje is dat 37 dagen en gele kornoelje 69 dagen. De beperkte variatie in het tijdstip waarop de vink begint te zingen wordt voor een klein deel verklaard door de temperatuur in de maanden januari en februari. Een warme start van het jaar leidt tot een vroegere start van de vinkenslag.