Vliegtuigen moeten binnen drie jaar verplicht deels vliegen op duurzame brandstoffen. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) neemt het voortouw om dat in Europees verband te regelen, als dat niet lukt komt er in 2023 een nationale bijmengverplichting. Luchtvaartmaatschappijen kunnen dan op Nederlandse luchthavens alleen nog maar kerosine tanken waar biologische of synthetische brandstof aan is toegevoegd.
Schonere luchtvaart
"Met duurzame vliegtuigbrandstof kunnen we grote stappen voor een schonere luchtvaart zetten", zegt Van Nieuwenhuizen. Dat is volgens haar nodig om op korte tijd de uitstoot van onder meer broeikasgassen terug te dringen. Ook rekent de minister erop dat verplichte bijmenging de ontwikkeling van duurzame luchtvaartbrandstoffen een impuls geeft.
Nederland werkt volgens Van Nieuwenhuizen al hard aan de ontwikkeling van alternatieven voor fossiele brandstoffen voor de luchtvaart. In Delfzijl wordt de eerste Europese fabriek voor duurzame biokerosine gebouwd en Schiphol werkt met andere marktpartijen aan een demonstratiefabriek voor de productie van synthetische kerosine. Mogelijk gaat het kabinet dit financieel ondersteunen.
Keerzijde
"Biokerosine gaat de luchtvaart niet op een duurzaam spoor zetten. Het gevaar is levensgroot dat een toenemend gebruik van biokerosine er op den duur voor zorgt dat voedsel zoals palmolie of sojaolie in de vliegtuigtank belandt", aldus Milieudefensie in een reactie. "Het kan leiden tot nog meer klimaatschade en ontbossing. Daarom moet voedsel in de tank van onze auto's, vliegtuigen en schepen verboden worden."
Ook milieuorganisatie Greenpeace is niet onder de indruk. "Als we realistisch zijn, zien we dat dit geen zoden aan de dijk zet", aldus campagneleider Dewi Zloch. "Er zijn alleen al in Nederland honderdduizenden vluchten per jaar, en zoveel duurzame biobrandstof is er niet." Minder vliegen is volgens Greenpeace een veel betere oplossing om de CO2-uitstoot te verlagen.