Emmer Dennen, november 1972
© Gauke Zijlstra
Op 2 april was het precies vijftig jaar geleden, dat er een extreme storm over ons land raasde. En dat nadat er kort daarvoor, op 13 november 1972, ook al zo’n zware storm had huisgehouden. Die beruchte stormen van ‘72 en ‘73 werden uiteindelijk een keerpunt in het Nederlandse bosbeheer, zegt de Wageningse bosecoloog Jan den Ouden.
De twee stormen haalden duizenden kubieke meters naaldhout neer. Om te voorkomen dat de houtprijs zou instorten, stopte Staatsbosbeheer toentertijd zelfs even helemaal met het oogsten en aanbieden van hout.
Jan den Ouden bij dode eik
© Rob Buiter
Destijds gold nog de verplichting om geveld naaldhout voor 15 mei uit het bos te halen of te schillen, in de strijd tegen de dennenscheerder (een kevertje). Een eerste gevolg van deze storm was dat dat beleid op de schop ging. Men kwam tot het inzicht dat het kevertje helemaal niet zo'n ramp voor de naaldbossen was als gedacht.
Een tweede gevolg was dat de enorme monoculturen van naaldbomen verdwenen. Den Ouden: "Veel bossen waren in de jaren van wederopbouw als plantages aangeplant. Dat bleken nu de extra kwetsbare bossen. Vanaf de stormen van '72/'73 ging men dan ook langzaam over op meer natuurlijk bos, met ook meer oog voor inheemse loofbomen."
In Drenthe is een aantal zogeheten 'stormbossen' in tact gelaten zoals de storm ze achterliet. Den Ouden: "Dat zijn nu bij uitstek prachtige bossen geworden. Liggend en staand dood hout horen nou eenmaal bij een gezond bos-ecosysteem."
Ter herinnering aan het vijftigjarig jubileum van de iconische stormen van 1972/73 heeft Jan den Ouden een essay geschreven waarin meer details terug te vinden zijn, met speciale aandacht voor de gevolgen van de stormen voor het Nationale Park De Hoge Veluwe: 50 jaar na de storm — Park Hoge Veluwe.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.