Dankzij de Beerze en de aanwezigheid van allerlei vennen, is de Kampina een uitgelezen libellengebied. Met het warme weer neemt de kans op zuidelijke libellensoorten toe. Deze trekken vanuit het Middellandse zeegebied steeds verder onze kant op.
Libellenlarven in het water
Rondom het water van de vennen van de Kampina leven bijzondere libellensoorten. De libellen zetten hun eitjes af in het water, op de waterbodem of op modder op de oever. De libellenlarven hebben water nodig om te overleven. Als de larven uit het ei komen, verplaatsen de larven die zich nog niet in het water bevinden meteen naar het ven. De larven zijn echte jagers en eten allerlei waterdiertjes die kleiner zijn dan zijzelf.
Droogte en libellen
De droogte is niet erg voor libellen, want die hebben maar een piepklein plasje nodig om eitjes af te zetten. Het mag natuurlijk niet helemáál droog vallen want dan zullen de libellenlarven sterven. Alhoewel er dan wel weer leuke pioniersoorten zullen opduiken op de uitgedroogde plas.