Van alle Nederlandse uilen is de velduil een van de meest bijzondere. Het ene jaar zie je ze bijna nergens, en een volgend jaar, wanneer er toevallig veel muizen zijn, duiken de velduilen ineens met tientallen tegelijk op.
Hoe doet ‘ie dat, die velduil? Hoe weten ze die muizen zo snel te vinden? En hoe kunnen wij de bijzondere en kwetsbare velduilen een steuntje in de rug geven?
Zendertjes
Raymond Klaassen, van de Werkgroep Grauwe Kiekendief wil het graag uitzoeken. Maar daarvoor moet hij wel een paar velduilen in handen zien te krijgen, om ze een zendertje op hun rug te kunnen hangen. Rob Buiter volgt uilenonderzoeker Klaassen bij zijn nachtelijke poging om langs de Waddenkust van Noordpolderzijl een velduil te vangen.
De zendertjes die Klaassen gebruikt zijn van de allernieuwste soort. In een blokje van net vijf gram zit een zonnepaneeltje, een batterij, een GPS om de positie vast te leggen en ook een zogeheten accelorometer, waarmee ook de subtiele bewegingen van de vogel in alle richtingen kunnen worden vastgelegd. En het allermooiste aan deze allernieuwste vogeltechniek: er zit een GSM-zender in. Daarmee kunnen de gegevens gewoon via telefoonpalen over de hele wereld, naar de onderzoekers worden gestuurd.
Vogelakkers
Het onderzoek van Klaassen en zijn collega’s wordt gesteund door het Waddenfonds en door Vogelbescherming Nederland. Eén van de belangrijke vragen is wat de rol van speciale vogelakkers kan zijn. Op deze akkers worden gewassen geteeld die in de winter blijven staan, om zo onder andere de muizen, en daarmee de muizenetende roofvogels te helpen. De vogelakkers zijn specifiek bedoeld als steun voor de blauwe kiekendief en de velduil.
Nadat Klaassen de eerste twee van in totaal vier zenders op velduilen heeft gehangen, heeft hij al enkele opvallende resultaten. "Van alle vogels die ik voor mijn werk heb gezenderd, zijn deze velduilen met afstand de meest mobiele dieren. Binnen een paar dagen had één van de vogels zo’n beetje heel Friesland en Groningen al verkend, om uiteindelijk in Zeeland te eindigen. Dat reislustige gedrag kan waarschijnlijk verklaren waarom deze vogels zo’n goede neus hebben voor pieken in de aantallen muizen. Ze zijn continu op verkenningstochten", aldus Klaassen.
Tijdens de reportage vingen we geen velduil. Wel deze ransuil...