Toen de Flevopolders nèt drooglagen, hoorden dwergmuizen tot de eerste bewoners. Ondertussen zoemen 's zomers de stadsreuzen (een soort zweefvlieg) van tuin naar tuin in Almere. In het boek Van dwergmuis tot stadsreus, beschrijft een bonte stoet biologen de natuur van de zevende stad van Nederland.
Zuidelijk Flevoland is uiteraard wereldberoemd vanwege de Oostvaardersplassen, de 'nieuwe wildernis' die ontstond toen een klein stukje van de polder níet werd ontgonnen. Maar in hun boek betogen de Almeerder stadsbiologen dat ook de natuur in de stad meer dan de moeite waard is. En dan gaat het niet alleen over spectaculaire vogels als de zeearend, of zoogdieren als otter en bever. Ook korstmossen op bomen, brugleuningen en stoepranden zijn meer dan de moeite van het bestuderen waard. Vroege Vogels ging dan ook op pad met korstmossenliefhebber Anita Riemersma, om te zien wat voor onverwachte schoonheid er door een loepje te zien is.
Ton Eggenhuizen, stadsecoloog en één van de samenstellers van het boek, laat zich niet verleiden tot een gedwongen keuze tussen de natuur in de Oostvaardersplassen en die binnen de stadsgrenzen. Het is een kwestie van 'en', niet van 'of', vindt hij. De stad trekt heel eigen natuur aan, die op haar eigen manier ook heel waardevol is.
Natuur in de stad is ook erg waardevol om mensen met die natuur in contact te krijgen. Kortsmossenliefhebber Riemersma kan daarover meepraten. "Hoe vaak er geen mensen naar mij toekomen om te vragen waar ik naar sta te kijken, als ik met mijn loepje bij een boom of betonnen rand sta. Als mensen er dan ook even doorheen kijken, geven ze vaak toe dat het inderdaad wel mooi is!"
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.