De inktviszwam (
Clathrus archeri
) lijkt met zijn knalrode lange met zwart slijm bedekte tentakels rechtstreeks uit een sciencefictionfilm te komen. Niet alleen zijn vorm is opvallend. Ook de geur die hij erop na laat, die omschreven wordt als de geur van een kadaver, maakt hem een opvallende exoot.
Griezelige inktviszwam
De zwam begint op de grond als een wit, leerachtig duivelsei. Wanneer de zwam rijp is splijt deze aan de bovenkant open. In dit duivelsei zijn de tentakels al goed te zien. Het aantal tentakels varieert van vier tot zeven.
Duivelsei van de inktviszwam - fotograaf lidideboer
De soort kan er nogal griezelig uitzien. Vooral in de duivelsei fase zou de inktviszwam een goede inspiratiebron zijn voor een horror- of sciencefictionfilm.
Uit het ei komen vier tot zeven slanke lange tentakels die met elkaar verbonden zijn door een gemeenschappelijke stronk. De stronk blijft omhuld door de resten van het duivelsei.
De tentakels kunnen tot ruim tien centimeter lang worden en staan in eerste instantie min of meer rechtop. Al snel buigen deze naar buiten. De tentakels bestaan uit een sponzig weefsel, zijn fel rood of rozerood en bedekt met een zwarte slijmerige sporenlaag, zoals goed te zien op de foto.
De zwam heeft een erg sterke geur. De geur wordt omschreven met termen als misselijkmakend, afval, en rottend vlees. De meest populaire omschrijving van de geur is dat de zwam ruikt als een kadaver. De geur wordt veroorzaakt door het donkere sporenslijm waarmee de zwam bedekt is. Vliegen vinden de geur daarentegen erg lekker, en helpen zo de sporen te verspreiden.
Er wordt gezegd dat het duivelsei van de zwam eetbaar is. De zwam blijkt echter bijzonder vies te smaken en doet hiermee zijn geur eer aan. Daarom wordt aangeraden de zwam niet in je menu op te nemen, behalve als je hopeloos verdwaald bent en geen andere keus hebt.
Herkomst van de exotische inktviszwam
Officieel is het onbekend hoe de inktviszwam in Nederland terecht gekomen is. De soort komt origineel voor in Australië en Tasmanië. Hij is voor het eerst in Nederland gezien in 1921 en werd in 1914 al in Engeland aangetroffen. Dat laatste jaartal doet vermoeden dat de sporen van de soort meegevoerd zijn door Australische soldaten die hebben gevochten in de Eerste Wereldoorlog. Een andere theorie is dat de sporen van de zwam hier zijn gekomen via Australische wol.