Afgelopen weekend, 7 en 8 september, werd de jaarlijkse spinnentelling weer gehouden. Er kon weer op zoek worden gegaan naar de spinnen in eigen huis en tuin. Op de website Tuintelling.nl werden de tellingen ingevoerd.
De top
Ook dit jaar heeft de kruisspin weer gewonnen; er werden in totaal 460 exemplaren in 75 tuinen geteld. De grote trilspin werd op meer dan de helft van de telplekken aangetroffen en hierna volgde de venstersectorspin.
De tellingen van de afgelopen zeven jaar laten geen spinnen zien die aan een opvallende opmars bezig zijn. De top tien is min of meer stabiel en bestaat onder andere uit algemene soorten die op veel plekken hun web kunnen maken, zoals de herfsthangmatspin, gewone strekspin en natuurlijk de kruisspin. Daarnaast worden veel soorten gezien die vaak in de omgeving van huismuren leven – zoals de muurkaardespin, gewone huisspin en venstersectorspin – omdat ze juist hier hun webben willen maken, ze schuilen in muurgaatjes of onder dakranden en het er wat warmer is.
Op termijn is het te verwachten dat zuidelijke soorten en misschien wel enkele exotische spinnen die nu voornamelijk nog in gebouwen leven in groter aantal gaan voorkomen.
Top 10 van getelde spinnen, gerangschikt naar aantal tuinen
Dalers
Binnen de vaak getelde soorten, is er wel een opvallende daler in de tuinranglijst: de herfstspin lijkt steeds schaarser te worden. Deze soort stond tot nu toe altijd wel in de hoogste regionen van de uitslag. Zo kwam ze in 2017 in bijna 40% van de tuinen voor, in 2018 in een kwart van de tuinen, maar dit jaar in nog geen 9% van de getelde tuinen.
Het gemiddelde aantal totaal getelde spinnen per tuin wordt ook steeds minder. Vanaf 2015 wordt de spinnentelling via de Jaarrond Tuintelling georganiseerd en deze getallen worden hier gegeven. In 2015 werden er gemiddeld 40 spinnen per tuin geteld en in 2016 en 2017 gemiddeld ongeveer 30. In 2018 was dit circa 22 en dit jaar zelfs net geen 17. Vanzelfsprekend wordt dit effect grotendeels bepaald door de meest getelde soort; de kruisspin wordt steeds minder aangetroffen.
Het aantal tellers en de plekken waar zij tellen varieert flink per jaar, dus dit zorgt ervoor dat dit soort getallen niet zomaar te vergelijken of analyseren zijn. We hopen dat de spinnentelling nog vele malen zal plaatsvinden en dat globale trends daarmee duidelijker worden. Daarnaast zullen gerichtere onderzoeken – bijvoorbeeld aan jaarritmes, relaties met prooidieren en effecten van klimaatverandering en droogte – nodig zijn om veranderingen in de spinnenfauna in stedelijk gebied vast te leggen en te verklaren.
Een opvallende andere daler is helaas de groep van waarnemers. Er is dit jaar maar in 102 tuinen geteld, het laagste aantal deelnemers van de afgelopen vijf jaar. We hopen dat dat de volgende keren weer meer wordt. De Jaarrond Tuintelling probeert om de soorten in tuinen beter in beeld te krijgen door met zoveel mogelijk mensen het hele jaar door te tellen. Wat leeft daar? Welke ontwikkelingen zijn er in de tuinnatuur te zien? Door mee te doen helpt u op een leuke manier met het verzamelen van deze kennis.
Tekst en foto's: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten