Overdag wordt het in dit seizoen steeds stiller in de tuin. Je hoort minder vogels, ziet minder insecten. ’s Nachts is de tuin echter nog vol leven.
’s Nachts wemelt het in de tuin van dieren die zich overdag liever schuilhouden. Zoals regenwormen, die niet van licht houden. Ze zoeken ’s nachts boven de grond naar voedsel, zoals afgevallen blaadjes, die ze mee naar beneden trekken om daar te verteren.
Voor veel slakken is het nu de paartijd. Zoals voor de grote aardslak, ook wel tijgerslak genoemd. Net als de meeste slakken is de grote aardslak hermafrodiet: man en vrouw tegelijk.
Als twee grote aardslakken elkaar hebben gevonden, begint er een bijzonder schouwspel. Ze laten zich zakken aan een stevige slijmdraad die wel 40 cm lang zijn.
Ze leggen vervolgens hun genitaalopeningen tegen elkaar en draaien hun uitgestulpte penissen om elkaar heen. En terwijl ze het zaad aan elkaar overdragen, blijven ze een tijd als een soort lampenkapje hangen. Daarna draaien ze weer uit elkaar en gaan ze ieder huns weegs. ’s Ochtends rest slechts een slijmspoor. Waarschijnlijk zitten er chemische stoffen in die slijmsporen waaraan de slakken hun eigen soort kunnen herkennen.
Vijver
Wie een
vijver
in de tuin heeft, kan rekenen op extra bezoekers, ook overdag. De bruine kikker en de gewone pad gebruiken het water bijvoorbeeld voor de voortplanting en om hun eieren in af te zetten.
De gewone pad heet zo omdat ie echt doodgewoon is in ons land. Toch zie je hem maar zelden: hij leeft verborgen en is goed gecamoufleerd. Pas na een buitje of in een vochtige nacht komt hij tevoorschijn.