De GGD en Dierenbescherming Amsterdam beginnen in maart met een proef om mollen te verjagen in het Amsterdamse Bos. Niet met klemmen uiteraard, maar met behulp van trillingen, want daar houdt de mol niet van.
De pilot: Trillingen verjagen de mol?
Incidentele waarnemingen uit het veld doen vermoeden dat (extra)trillingen mollen verjaagt naar gebieden waar trillingen niet (minder) aanwezig zijn. Mogelijk is het frequenter toepassen van trillingen op het gazon effectief in het op diervriendelijker wijze mollen verjagen. De Dierenbescherming wil graag weten of dit een goede en effectieve manier is. De trillingen kunnen worden gemaakt met een maaimachine of andere vorm van zwaar voertuig over het gazon. Dit volgens standaardfrequentie van het maaien van de velden.
De pilot wordt uitgevoerd op 6 velden:
• 3 willekeurig geselecteerde velden voor het uitvoeren van extra trillingen >dus naast de normale maaifrequentie
• 3 velden zonder beheer > dus de normale maaifrequentie, om het verschil aan te tonen.
In totaal zijn 6 velden in juli 2012 bekeken op geschiktheid voor deze pilot.
Bij deze monitoring worden vanaf half maart/ begin april 2013, vlak voor het maaien, de molshopen en ritten ingetekend op een kaart met een meterraster. In de omgeving van de velden worden op proefvlakken de activiteit van mollen in het bosplantsoen of ruige begroeiing gemeten.
Zomerevaluatie
Tijdens de zomer worden de resultaten geëvalueerd en kunnen mogelijk aanvullende maatregelen worden beoordeeld op uitvoerbaarheid. Tijdens de zomer zou aanvullend de omstandigheden voor regenwormen kunnen worden beïnvloed, zodat het veld minder voedsel heeft voor mollen.
Andere factoren zijn:
• Vochtgehalte
• Zuurgraad
• Beïnvloed door bemesting, strooisel
• Kalkgehalte
• Vegetatietype