In het voorjaar proberen vele duizenden glasaaltjes vanuit de Noordzee het binnenland te bereiken. Bijna overal stoten ze hun neus tegen dijken of gemalen. Om te ontdekken waar de beste plekken zijn om vispassages aan te leggen, organiseert RAVON tellingen van de glasaaltjes die voor de poorten wachten.
De Noordersluis op Tholen lijkt een potentieel zeer goede locatie. Uit regelmatige tellingen van vrijwilligers, die met een kruisnet voor de uitlaat van een gemaal glasaaltjes vangen, blijkt dat daar relatief veel dieren naar binnen zouden willen.
De geur van het achterland
Volgens Sanne Ploegaert van RAVON zoeken de glasaaltjes plekken op waar ze 'de geur van het achterland' oppikken. Dat is dus vaak op plekken waar het waterschap polderwater op zee loost. "Maar een goede plek waar veel glasaaltjes verzamelen is niet genoeg", waarschuwt hij. "Als je de glasaaltjes naar binnen helpt op een plek waar ze vervolgens niet, jaren later, naar buiten kunnen zwemmen zonder gehakseld te worden in een gemaal, heeft het naar binnen helpen nog steeds niet veel zin. Het redden van de paling draait dus om het binnenlaten van jonge glasalen en ook het naar buiten helpen van paairijpe 'schieralen' in het najaar."