In de winter kunnen vogels wel wat extra voedsel gebruiken. En wie slim voert, kan de mooiste soorten naar de tuin lokken. Jasper de Ruiter van Vogelbescherming Nederland weet precies welke vogel wat lekker vindt.
Zaadeters
In deze eerste aflevering staan de zaadeters centraal, zoals mussen, vinken en groenlingen. Wat geef je ze precies te eten en op welke manier?
Mussen
Huismussen zijn brutaal en leren snel nieuwe manieren om voedsel te bemachtigen. Strooi stukjes bruin brood of een mengsel van zaden op een voederplank of een open plek op de grond. Liefst in de buurt van een struik of boom zodat ze snel kunnen wegvluchten. De huismus is een grijsbruine vogel met bruin, zwart, wit getekende vleugels. De ringmus kun je herkennen aan zijn bruine kruin en zwarte wangvlekken.
Huismus. Fotograaf: PietSchuttelaa
Groenling
De groenling is een vinkachtige en kun je herkennen aan de gele vleugelvlekken. Ze zijn dof tot glanzend geelgroen. Groenlingen zijn gek op zaden, zonnebloempitten en pinda’s. Ze zijn behendig genoeg om uit een voedersilo te eten, maar ze foerageren ook graag op de grond.
Groenling. Fotograaf: jokevandepoppe
Vinken
De vinken zijn wat onhandiger dan mussen en groenlingen. Je ziet ze soms op een voederplank, maar het liefst eten ze gewoon op de grond. Ze hebben een voorkeur voor kleine zaden en havermout. Vinken kun je herkennen aan de witte vleugelstreep. Mannetjes hebben een blauwgrijze kruin, vrouwtjes een grijze.
Vink (man) Fotograaf: gj4roest
Serie slim voeren
In de tweede video staan
boomklauteraars
centraal, zoals specht, boomklever en boomkruiper. In de derde aflevering lokken we
de roodborst
en andere insecteneters. In de aflevering over mezen kun je zien hoe we een
voedersilo maken.