Al doe je het alleen 'voor het mooi': paddestoelen horen ook in een Tuinreservaat. Ze bieden bovendien voedsel voor sommige insecten, muizen, slakken én eekhoorns (wat denk je van het 'brood'?). Ook voor bomen zijn ze van belang.
Eef Arnolds is één van de bekendste Nederlandse paddestoelendeskundigen. In zijn (5,5 hectare grote!) tuin in Drenthe heeft hij ruim 500 verschillende soorten geteld. De hele kleintjes niet eens meegerekend! Tijdens excursies plukt hij wel eens een paddestoel om hem goed te laten zien. Later legt hij die dan wel in de tuin, maar het is nog nooit gelukt om zo een paddestoel te introduceren. Dat komt omdat de bodem al bezet is door andere schimmels. Het is in een goede bodem dus al 'vol'. Daar past geen nieuwe soort bij.
Het is wel mogelijk om paddestoelen te lokken. Kunstmest is geen optie, daar groeien ze niet van. Maar stalmest, zeker als er genoeg stro doorheen zit, is een prima voedingsbodem voor veel paddestoelen.
Tip 1:
maak de paadjes in de tuin van houtsnippers en in geen tijd verschijnen er honderden paddestoeltjes. Het hout verteert daardoor sneller en wordt 'voeding'voor de grond. Dit gaat zelfs zó snel dat je voor het behoud van de paddestoelen eigenlijk elk jaar de houtlaag moet aanvullen. Een houtsnipperpad is veel beter dan de meeste andere soorten 'verharding' - regenwater kan er doorheen en bovendien hoeft het snoeihout niet te worden afgevoerd.
Tip 2:
er zijn paddestoelen (officieel: mycorrhiza-symbionten) die echt samenwerken met bomen. Je ziet ze dan ook vaak rond de stam.De paddestoelen 'krijgen' voeding van de boomwortels en in ruil daarvoor zorgen ze voor betere groeikansen voor de boom!