Putters zijn misschien wel de mooiste vinkachtigen. Probeer eens een ‘putterbiotoop’ aan te leggen en ze naar je tuin te lokken! Het is echt genieten als je aan het begin van de lente de putters volop de laatste zaden uit de
kaardenbollen
ziet pikken.
Hou zelf een handvol zaden achter en zaai die vanaf begin april in de tuin uit. In de zomer groeit hieruit een rozet met groene bladeren dicht tegen de grond. Volgend jaar schiet de plant omhoog (tot soms wel twee meter) en bloeit in de tweede helft van de zomer met de kenmerkende lila-paarse gestekelde bloemen.
De kaardenbol is een aanrader voor elke vogelvriendelijke tuin De bladeren vormen samen rond de stengel een waterkommetje dat na regen lang gevuld blijft. Vogels drinken regelmatig uit deze natuurlijke waterbakjes. De kaardenbol produceert nectar en trekt daarom veel bijen, zweefvliegen en hommels aan: indirect ook weer voedsel voor vogels. En als de bloem is uitgebloeid zijn de zaden in de kaardenbollen gewild bij putters.
De belangrijkste voorwaarde om putters te lokken is een rijke vegetatie met distels, paardenbloemen, zonnebloemen, klis, kaardenbollen en teunisbloemen. Deze planten produceren de zaden waarvan de prachtig gekleurde vogel afhankelijk is
.
Als je de ruimte hebt voor het aanplanten van een els, dan maak je nog meer kans om putters in je tuin te krijgen. In de winter pikken ze zorgvuldig de zaden uit de elzenproppen. Oorspronkelijk komt de putter voor langs bloemrijke randen van vochtige loofbossen.